Een biertje of misschien een joint, daar kunnen de meeste ouders nog wel over meekletsen. Maar praten over harddrugs, dat is binnen veel gezinnen nog taboe. Ik vroeg mij daarom af: hoe kun je dit onderwerp het beste ter sprake brengen?
Dit verhaal is onderdeel van het afstudeerproject van Romano Lorenzo
“Zie ik er een beetje toonbaar uit?” Vraagt Miriam (49) terwijl ze voor de spiegel haar outfit bekijkt. “Niks meer aan doen”, antwoordt Edwin (51) vanuit de deuropening in de huiskamer.
Een paar keer per jaar bezoeken Edwin en Miriam samen met hun zoon Leon (20) een festival. “De sfeer, de muziek, het is gewoon top. Het is dan net of ik weer jong ben,” zegt Edwin, die ondertussen met zijn aansteker een biertje probeert open te maken. Ook Leon komt inmiddels de huiskamer binnengewandeld. “Staat er nog pils koud?” Vraagt hij. Zonder het antwoord af te wachten loopt Leon al in de richting van de koelkast.
“Soms gebruiken we dan ook wel eens MDMA”, zegt Edwin, die tot een paar jaar terug nog dacht dat de drug levensgevaarlijk was. “Als ouder baseer je al gauw een mening op basis van wat bijvoorbeeld in de krant staat. Daar vind je vaak alleen de extreme gevallen terug.” Dat het onderwerp XTC binnen dit gezin ter sprake is gekomen is vooral de verdienste van Edwin, zo stelt Miriam. “Ik vond het erg moeilijk om erover te beginnen, maar ‘Ed’ besloot het gewoon ter sprake te brengen.”
Taboe bij ouders
Volgens oud-staatssecretaris Martin van Rijn van Volksgezondheid zouden ouders vaker met hun kinderen over de risico’s van drugs moeten praten, dat onderwerp ligt volgens de oud-bewindvoerder nu nog in de taboesfeer. Om ouders een handje te helpen lanceerde het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport afgelopen jaar een speciale website met ‘opvoedtips’ om drugsgebruik bespreekbaar te maken.
Samen met Edwin en Miriam bekijk ik de website. “Ik wist niet dat daar een heuse website voor bestaat, joh”, zegt Edwin lachend. Toch heeft Edwin zo zijn twijfels bij de ‘opvoedtips’. “Natuurlijk zijn drugs geen lachertje, maar ik denk dat je zo’n gesprek juist moet voeren zonder oordelend te zijn.”
“Juist doordat mijn ouders drugsgebruik niet gelijk afkeurden, durfde ik er eerlijk over te zijn”
Leon, die inmiddels heeft plaatsgenomen bij ons op de bank, erkent dat zulke oordelen averechts werken. “Juist doordat mijn ouders drugsgebruik niet gelijk afkeurden, durfde ik er eerlijk over te zijn. Ik denk dat je als ouder ook graag zou willen weten wat je kind allemaal uitspookt. Als ik veroordeeld zou worden, zou ik het misschien verzwijgen.”
“Als ze op mijn werk zouden weten dat ik af en toe wel eens een pilletje neem, zouden ze gelijk denken dat ik een of andere verslaafde ben,” zegt Edwin, die om die reden ook niet met zijn echte naam genoemd wil worden. “Ik denk het idee van Van Rijn in de kern wel goed is. We moeten drugs inderdaad uit de taboesfeer krijgen.”
Ook Nicolette, de moeder wiens dochter na gebruik van MDMA overleed, is het eens met Van Rijn. “Dit soort gesprekken zouden net zo normaal moeten zijn als de seksuele voorlichting.” Nicolette vindt echter dat deze gesprekken best op jonge leeftijd kunnen plaatsvinden. “Ik ben er van overtuigd dat kinderen een goede ‘bodem’ krijgen. Zo’n gesprek wordt enorm onderschat. Ze kunnen de risico’s beter van hun ouders horen, dan van de ‘verkeerde’.”
Trimbos-instituut geeft tips
Naast het ministerie van Volksgezondheid geeft ook het Timbos-instituut enkele tips om dit onderwerp te kunnen aansnijden. Zo wordt ouders geadviseerd een duidelijk standpunt in te nemen tegenover drugs. Daarnaast raden zij ouders aan zich voorafgaand aan zo’n gesprek goed te verdiepen in het onderwerp.
Edwin is het daarmee eens, maar vindt wel dat het daar niet bij blijft. “Ik denk dat het als ouder goed is om je af te vragen waarom je kind een pilletje neemt of wilt proberen.” Volgens Edwin is de jeugd van tegenwoordig constant op zoek naar sensatie. “Natuurlijk is het goed om je zorgen te maken over het welzijn van je zoon of dochter, maar je kunt denk ik niet tegenhouden dat je kind nieuwsgierig is naar de effecten van bijvoorbeeld MDMA.”
Niet alleen voor ouders is het voeren van zo’n gesprek lastig. “Toen mijn vader een paar jaar terug het onderwerp aansneed voelde ik mij ook niet helemaal op mijn gemak,” zegt Leon, die intussen aan zijn tweede biertje is begonnen. “Hoewel hij zo’n gesprek natuurlijk met de beste intenties voerde, voelde ik mij toch onbegrepen. Ik denk dat veel ouders drugs, in welke vorm dan ook, nu nog vaak bekijken vanuit een bepaald stigma. Zeg je ‘XTC’, dan zal bij veel ouders het beeld ontstaan van een doorgesnoven gabber met uitpuilende ogen.”
Tips voor leeftijdsgenoten
Over een antwoord op de vraag of Leon tips heeft voor leeftijdsgenoten die nog zo’n gesprek te wachten staat moet hij heel even nadenken. “Ik denk dat het belangrijkste is dat je er eerlijk over bent.” Volgens Leon blijft het onderwerp in de taboesfeer als er niet open en eerlijk over gesproken wordt. “Daarnaast zou ik ook proberen om wat feitjes te vinden die het negatieve imago van de drug iets nuanceren.”
Leon heeft geluk gehad dat zijn vader het onderwerp destijds aansneed. Maar bij veel jongeren zal dit waarschijnlijk nooit gebeuren. Speciaal voor die jongeren ging ik op zoek naar tips om zo’n gesprek te starten. Een kleine rondvraag in mijn omgeving leert mij dat vooral het bewuste gesprek starten een struikelblok vormt. Want out-of-the-blue ineens over harddrugs beginnen is voor niemand makkelijk, zeker niet als je gesprekspartner (waarschijnlijk) een heel andere mening heeft.
Iets dat daarbij kan helpen is bijvoorbeeld een nieuwsbericht. Het hele jaar door plaatsen kranten en andere media berichten over bijvoorbeeld een opgerolde hennepkwekerij of xtc-lab. Zo’n dergelijk bericht met je ouders delen, zou een goed vertrekpunt kunnen zijn om zo’n conversatie te starten. Je zou ze bijvoorbeeld kunnen vragen, hoe denken jullie over pillen?
Heb je durven toe te geven dat je af en toe wel eens een pilletje snoept? Het zou zo maar kunnen dat je ouders zich dan zorgen gaan maken. Immers, drugsgebruik is nooit zonder risico’s. Om je ouders ietwat te bedaren zou je de gevaren van MDMA in een bredere context kunnen plaatsen. Ontken de risico’s ervan niet, maar plaats ze in een breder perspectief. Ieder jaar sterven er om en nabij de vijf mensen aan de gevolgen van de drug. Dat is natuurlijk afschuwelijk, maar valt in het niet bij de ongeveer tweeduizend mensen die jaarlijks overlijden aan alcoholgebruik. Laat merken dat je de risico’s niet ontkent, dat zal je ouders wellicht een beetje gerust stellen.
Voordelen van gesprek
Naast het proberen te ontkrachten van de argumenten tegen jouw pillengebruik, kun je er ook voor kiezen om je ouders uit te leggen waarom jij af en toe zo’n chemisch genotmiddel tot je neemt. Beschrijf de voordelen die het voor jou heeft, bijvoorbeeld dat avonden een stuk gezelliger zijn wanneer het gros van de feestgangers aan de MDMA zit. Leg ze uit welke positieve herinneringen jij hebt overgehouden aan die keren dat jij een pilletje tot je nam.
Pas wel op dat je je drugsgebruik niet teveel ophemelt. Laat niet lijken alsof jij alleen nog maar een leuke avond kan hebben met een xtc-pil. Het belangrijkste is dat je ouders gerust gesteld worden. Heb het eens over hun uitgaansavonturen van vroeger. Grote kans dat zij ook wel eens spannende dingen hebben gedaan, dat kan wellicht helpen hen te begrijpen waarom jij af en toe een pilletje snoept.
De jassen gaan aan, Edwin, Miriam en Leon zijn klaar voor hun avond uit. Nu is dit gezin natuurlijk een uniek geval, maar wel denk ik dat zij hun tijdgeest ver vooruit zijn. Om drugs uit de taboesfeer te krijgen is nog een lange weg te gaan. Maar een rationeel gesprek tussen ouder en kind zou al een stap in de goede richting zijn. Een gesprek waarin niet de angst de boventoon voert, maar gezond verstand. Dat vereist voor beide partijen inlevingsvermogen in de ander.
Volgens Nicolette is bij het aanwakkeren van zo’n dialoog ook een belangrijke taak voor de overheid weggelegd. “Met Postbus 51-spotjes kun je ouders bijvoorbeeld stimuleren een onderwerp bespreekbaar te maken. Ook zou het niet verkeerd zijn om speciale lespakketten voor scholen te introduceren.”