Vluchtgedrag: een verborgen oorzaak van verslaving

verslaving-verborgen-oorzaak-vluchtgedrag

Verslaving is een hardnekkige gewoonte van een persoon die niet in staat is om zelfstandig met de gewoonte te stoppen. Hoewel verslaving een bekend woord is, worden de emotionele oorzaken regelmatig vergeten.

Bijna iedereen kent wel iemand die verslaafd is. Als je niet persoonlijk iemand kent die zijn leven heeft verpest met overmatig drugsgebruik, dan is zo’n persoon wel langs je middelbare school gegaan om te waarschuwen voor de negatieve kanten van drugs. Maar verslaving wordt niet per se door drugsgebruik veroorzaakt. Het is vooral een emotioneel probleem, legt Jan Geurtz uit in zijn boek De Verslaving Voorbij.

Verslavingscirkel

Geurtz gebruikt een zelfgemaakt model om verslaving uit te leggen: de verslavingscirkel. Het model beschrijft de gedachten van verslaafden, die een vast stramien volgen. De verslavingscirkel laat zien dat verslaving wordt veroorzaakt door vluchtgedrag voor een emotionele realiteit die onaanvaardbaar is. Hoe dat precies werkt, wordt hieronder uitgelegd.

vluchtgedrag-verborgen-oorzaak-van-verslaving

 

Het negatieve zelfbeeld

De verslavingscirkel begint met het negatieve zelfbeeld. Dat is een containerbegrip voor een onbewuste negatieve opvatting over jezelf. Iedereen heeft een negatief zelfbeeld, ook mensen die niet verslaafd zijn. Het negatieve zelfbeeld heeft niks te maken met hoe zelfverzekerd een persoon is.

We krijgen een negatief zelfbeeld omdat we in onze jeugd constant gecorrigeerd worden. Ouders doen hun best om ongewenst gedrag van kinderen te corrigeren. “Je mag dit niet doen. Doe eens normaal. Nee, je krijgt geen aandacht als je vervelend bent”, zijn boodschappen die ouders dagelijks aan hun kroost doorgeven. Doordat die boodschappen jarenlang herhaald worden, leren kinderen wat ze wel en niet mogen doen. Maar door de constante correcties krijgen kinderen ook een dominante negatieve opvatting over zichzelf. Welke opvatting dat is, verschilt per kind, opvoeding en omgeving.

Het negatieve zelfbeeld kan samengevat worden in één korte zin. Voorbeelden daarvan zijn: ik ben vervelend, ik ben lelijk, ik ben slecht, ik ben raar, ik ben zwak, ik mag geen fouten maken, en ga zo maar door.

Vluchtgedrag

Psychisch gezonde mensen gebruiken hun identiteit om zich te wapenen tegen het negatieve zelfbeeld. Ze zeggen bijvoorbeeld onbewust tegen zichzelf: “zie je wel dat ik niet slecht ben, want ik help anderen zoveel mogelijk. Bovendien heb ik belangrijk werk waar andere mensen baat bij hebben.”

Bij verslaafde mensen biedt de identiteit te weinig weerstand tegen het negatieve zelfbeeld. Dat kan allerlei oorzaken hebben, maar het heeft vrijwel altijd met de omgeving tijdens de jeugd van de verslaafde te maken. In de vroege levensjaren heeft de verslaafde te weinig geleerd om voldoening te halen uit normale zaken in het leven. Daardoor wordt het negatieve zelfbeeld een enorm zware last die ze elke dag met zich mee moeten zeulen. Overal waar de verslaafde komt volgt een bevestiging van het negatieve zelfbeeld: zie je nou dat je slecht bent, zie je nou dat je lelijk bent, of zie je nou dat je altijd maar fouten maakt.

Als je constant onbewust tegen jezelf zegt dat je slecht bent, of niks goed kan doen, dan wordt je op zijn minst onzettend depressief. Dat is precies waarom verslaafden beginnen met drugs gebruiken. Door drugs te gebruiken voelen ze zich eventjes kunstmatig goed. De verslaafde hoeft niet aan het negatieve zelfbeeld te denken. In de psychologie wordt dat principe ‘vluchtgedrag’ genoemd.

Drugs

Drugs zijn stoffen die ingenomen worden om het bewustzijn, de perceptie of de gemoedstoestand te beïnvloeden. Het is verslaafden vooral om de gemoedstoestand te doen. Als ze een snuif cocaïne nemen, hoeven ze zich even niet meer onzeker te voelen. Na een shot heroïne kunnen ze zonder zorgen even ontspannen. Het maakt daarbij weinig uit welke drug er genomen wordt. Seks, gokken, eten en liefdesrelaties kunnen evengoed verslaving veroorzaken. Het gaat erom dat de verslaafde even niet meer bij het negatieve zelfbeeld hoeft stil te staan.

Drugs zijn natuurlijk uitermate succesvol in het beïnvloeden van de gemoedstoestand. Alleen ze hebben een groot nadeel: op een gegeven moment is het effect uitgewerkt.

Schuld en schaamte

Zodra de drugs uit beginnen te werken, komt het negatieve zelfbeeld weer bovengedreven. Maar dit keer komt er een negatieve opvatting bij. De verslaafde beseft zich dat de toename in zelfvertrouwen, of de verdamping van zorgen, slechts een gevolg was van drugsgebruik. Dat besef zorgt ervoor dat het negatieve zelfbeeld versterkt wordt. “Zie je wel dat je een mislukkeling bent, je kan jezelf alleen maar goed voelen met drugs”, zegt de onbewuste gedachte van de verslaafde.

Tijdens de kater voelt de verslaafde zich nóg slechter dan voor het drugsgebruik. Vaak spelen gebeurtenissen tijdens het drugsgebruik mee. Denk bijvoorbeeld aan de alcoholverslaafde die in een dronken bui is vreemdgegaan. De gokverslaafde die erachter komt dat hij tienduizenden euro’s heeft vergokt. Of de wietverslaafde die erachter komt dat hij dagenlang op de bank heeft zitten chillen zonder iets nuttigs te doen. Zulk besef versterkt het negatieve zelfbeeld. En omdat de verslaafde te weinig emotionele vaardigheden heeft om met het negatieve zelfbeeld om te gaan, moet er opnieuw gevlucht worden voor die dominante opvatting.

Als de verslaafde een lichamelijk verslavende drug zoals alcohol, heroïne of GHB heeft gebruikt, dan spelen ontwenningsverschijnselen eveneens een rol bij het vluchtgedrag. Het onprettige gevoel draagt bij aan het idee dat de nuchtere realiteit onaanvaardbaar is.

Oplossing

Verslaving is dus weinig meer dan vluchtgedrag voor een emotionele realiteit die als onaanvaardbaar wordt ervaren. Doordat dezelfde soort gedachten elkaar telkens versterken, zit de verslaafde in een vicieuze cirkel. Het lijkt onmogelijk om te ontsnappen aan het negatieve zelfbeeld.

Toch is de oplossing voor dat probleem vrij eenvoudig. De verslaafde hoeft zich slechts te beseffen dat dezelfde gedachten elke keer weer hetzelfde stramien volgen. Als je overziet dat een bepaalde gedachte leidt tot telkens weer dezelfde gedachte, kan je op een gegeven moment besluiten een andere weg in te slaan. Maar in de praktijk is er vaak professionele hulp nodig om telkens weer te reflecteren op gedachtenspiralen, en het daarop volgende gedrag. Bovendien kan lichamelijke verslaving een rol spelen bij een langdurige verslaving.

Bekijk ook de video van Kurtzgesagt over de samenhang tussen verslaving en de omgeving:

https://www.youtube.com/watch?v=ao8L-0nSYzg