De laatste tijd hoor ik veel geluiden van jongeren die zeggen dat ze ADHD hebben, zonder dat dit officieel is vastgesteld. Ze kunnen zich niet goed focussen tijdens toets- en tentamen weken en hier nemen ze ADHD-medicijnen voor. In een reeks van meerdere artikelen wil ik graag verduidelijking geven over wat ADHD is, (zelf)diagnose, medicatie, drugsgebruik en er zullen tips & tricks volgen.
Dit artikel zal gaan over de grootste misvatting van ADHD, het wetenschappelijke perspectief en mijn perspectief op de lasten en lusten van ADHD.
Misvatting
“Ik kan me niet concentreren tijdens mijn <vul belangrijke (saaie) bezigheid in>, ik denk dat ik ADHD heb.” Is een zin die ik erg vaak om mij heen hoor. Deze zin vind ik altijd tenenkrommend. ADHD is veel meer dan je niet kunnen concentreren tijdens een bezigheid. Hopelijk kan ik het een en ander ophelderen over deze misvatting.
Wat zegt de wetenschap?
Verschillende subtypen ADHD
Er zijn drie verschillende subtypen ADHD, waarmee mensen gediagnosticeerd kunnen worden. Sinds de invoering van de nieuwe DSM is de term ADD komen te vervallen en valt het nu onder de term ADHD-PI (predominantly innatentive). Daarnaast heb je ook nog ADHD-PH (predominantly hyperactive) en ADHD-C (combined). Hieronder volgt een tabel met de meest voorkomende symptomen, gelinkt aan de verschillende subtypen. Iedereen heeft de symptomen in verschillende maten en er is zeker ruimte voor overlap.
ADHD-PI (ADD) | ADHD-PH | ADHD-C |
|
|
|
Afwijkende hersenen
De bovenstaande symptomen zijn te wijten aan bepaalde ‘afwijkingen’ in het brein. Zo hebben kunnen mensen met ADHD een kleinere variant van bepaalde hersendelen die betrokken zijn bij geheugen en het uitvoeren van taken. Er is een significante kans aanwezig dat dit een rol kan spelen binnen de ‘pathologie’ ( = ‘ziektebeeld’) van ADHD. Naast de mogelijke afwijkingen in het brein is er nog een andere theorie. Een theorie waar waarschijnlijk iedereen weleens van heeft gehoord, namelijk; een tekort aan dopamine en noradrenaline. Dopamine en noradrenaline zijn twee neurotransmitters die stimulerend kunnen werken in het brein. Ze zouden een rol spelen bij het concentratievermogen. Een tekort aan de neurotransmitters zou een grote spil in de pathologie van ADHD zijn.
Zoals je ziet staat er in de bovenstaande alinea’s heel vaak ‘zou kunnen’, ‘mogelijkheid’, ‘niet helemaal duidelijk’. Dit komt omdat het allemaal wetenschappelijke theorieën zijn en er nog helemaal niks echt bewezen is, maar het zijn wel theorieën die door veel artsen en wetenschappers als waarheid wordt gezien. Toch zijn weinig harde bewijzen voor al deze theorieën, helaas. Hersenonderzoek is niet zo makkelijk te interpreteren als het lijkt. Daarom is het belangrijk dat dit soort uitspraken met nuance worden gemaakt.
De lasten en lusten van ADHD
Een dag in het leven van…
Ikzelf heb de diagnose ADHD-C en gebruik doordeweeks dexamfetamine, omdat ik anders niet goed functioneer. Hiermee bedoel ik niet dat ik me enkel niet goed kan concentreren op saaie en oninteressante dingen. Dat is namelijk iets menselijks en heeft iedereen. Misschien dat ik het erger heb dan anderen, maar dat is toch niet mijn grootste zorg. Mijn probleem is dat ik me niet goed kan focussen op het uitvoeren van slechts één taak tegelijk. Tijdens het uitvoeren van mijn taak bedenk ik me nog 50 andere dingen die ik op dat moment zou moeten doen. Dit zorgt ervoor dat ik alles door elkaar ga doen en dat niets afkomt. Hierdoor raak ik echt uren van mijn dag kwijt, heb ik geen vooruitgang geboekt en ben ik gestrest en gedemotiveerd.
Naast dat ik me niet op één ding kan focussen ben ik ook een enorme uitsteller. Dat is niet alleen omdat ik een taak niet leuk vind. Ik weet eigenlijk niet zo goed waarom ik dit bijna altijd doe. Wat ik wel weet is dat het heel vervelend is en dat ik hierdoor vaak gestrester ben dan dat nodig is en mooie momenten in mijn leven aan me voorbij moet laten gaan. ‘Gewoon eerder beginnen’ is iets wat me niet altijd lukt, ook al probeer ik het écht. Helaas doe ik dit ook veelvuldig bij taken die ik wel écht leuk vind om te doen. Dat maakt mijn uitstelgedrag echt verschrikkelijk.
Een enthousiaste chaoot
Hyperactief, impulsief en chaotisch zijn kernwoorden die mij wel redelijk goed omschrijven. Voor de buitenwereld lijk ik heel erg geordend, maar zij die mij echt goed kennen weten beter. Altijd vergeet ik waar ik m’n spullen neer heb gelegd die ik nodig heb om m’n huis te verlaten. Dit resulteert in dat ik altijd, iets te laat of precies op tijd ben.
In plaats van hyperactief en impulsief, noem ik mezelf graag enthousiast en direct. Soms brengt mijn directheid en drukte me toch een beetje in de problemen. Soms breng ik iets veel minder genuanceerd over dan dat ik bedoelde en dat kan de boel soms flink ongemakkelijk maken. Gelukkig weten mijn vrienden en familie dit, dus hoef ik me hier niet constant zorgen over te maken.
Is ADHD dan alleen maar vervelend?
Het hebben van ADHD is zeker niet alleen vervelend. Naast de lasten zijn er ook lusten. De bovenstaande ‘problemen’ zijn vaak ook de dingen die mijn leven leuk maken. Het feit dat ik impulsief ben, zorgt ervoor dat ik soms ook de meest leuke avonturen beleef. Het feit dat ik dingen uitstel en daardoor weinig tijd heb zorgt ervoor dat ik heel goed geworden ben in het vinden van creatieve oplossingen. Eigenlijk zorgt mijn ADHD er misschien wel voor dat ik liever in oplossingen probeer te denken dan in problemen. Daarnaast raak ik heel erg snel enthousiast en steek ik mensen daar vaak ook nog mee aan. Ik denk dat mijn enthousiasme misschien wel mijn favoriete ‘bijwerking’ is van ADHD.
Het volgende artikel zal gaan over (zelf)diagnose en medicatie. Houd de site in de gaten!